Geschiedenis

WIK bestaat als sinds 1961!

Hans Groenendal is de belangrijkste oprichter van W.I.K. ’61, jarenlang voorzitter en nog langer penningmeester geweest en tevens de sterkste speler in de beginjaren van WIK, totdat Hans de Rijk hem opvolgde. Hans Groenendal en Hans de Rijk zijn sinds het 25-jarige jubileum (op 25-10-1986) van WIK beiden benoemd als enige ereleden van WIK! We blikken terug op de eerste jaren van WIK totdat de vereniging de overstap maakte naar de nieuwe (reeds afgebroken) sporthal in 1967.

De achtergrond

De enige twee ereleden van WIK, link Hans Groenendal tevens oprichter en rechts Hans de Rijk

De enige twee ereleden van WIK, link Hans Groenendal tevens oprichter en rechts Hans de Rijk

In 1959 kocht Hans Groenendal uit Den Haag, van beroep vertegenwoordiger in horloge- en klokonderdelen, een huis in Kockengen. Na enige tijd druk te zijn geweest met het huis en het leren kennen van een aantal inwoners van Kockengen, kreeg hij na verloop van tijd weer zin in het spelletje met het bat, de tafel en de bal. In Den Haag bij tafeltennisvereniging Unitas, speelde hij 3e klasse in de competitie (vergelijkbaar met 2e klasse in de regio Utrecht).

De oprichting

In het voorjaar van 1961 besloot Hans Groenendal samen met Herman Evers en Cees van Dijk een tafeltennisvereniging op te richten. De formele oprichting dateert uit het najaar van 1961, omdat toen het drietal naar de gemeente Kockengen ging voor het aanvragen van subsidie voor hun vereniging. Met 200 gulden subsidie van de gemeente onder de arm werden een tweetal tafels in elkaar geknutseld. Bij bouwbedrijf Dijkers werden twee platen op maat gezaagd en door schildersbedrijf Zilver werden deze van de juiste kleur en belijning voorzien.

De eerste speellocatie

De speellocatie werd gevonden in het Verenigingsgebouw annex gymnastieklokaal van de katholieke school (thans bekend als het Clubhuis, Voorstraat). In dit gebouw lagen ook regelmatig overledenen opgebaard. De kist werd gedragen door houten schragen. Deze schragen werden ook door WIK gebruikt maar dan als onderstel voor de ‘tafels’. Een kantine was niet aanwezig maar café Jansen bood uitkomst. Pilsje voor pilsje werd één voor één uit de kelder flesjes voor de dorstige speler op de bar gezet.

De verenigingsnaam

De naam van de vereniging werd door Hans Groenendal ‘bedacht’. Hoewel de naam W.I.K. regelmatig voorbijkwam in een andere tak van sport, zag hij hierin een dubbele betekenis verscholen. W.I.K. betekent officieel ‘Willen Is Kunnen’, maar het zou ook ‘Win maar eens In Kockengen’ kunnen zijn. Omdat hij dit grappig vond, moest dit de naam worden.

De verhuizing

In de jaren ’61 tot ’67 bestond WIK voornamelijk uit senioren en in mindere mate uit jeugdspelers. Hans de Rijk (geboren op 14-01-1950) werd in 1962 lid en viel niet direct op door zijn kwaliteiten. De vereniging was mede door de constante subsidiestroom van de gemeente gezond te noemen. Door het beperkte aantal tafels (max. 4) waren er wekelijks wachtenden om te kunnen spelen. Ook werd er vanaf het prille begin al competitie gespeeld.

In 1967 zou de eerste sporthal aan de Sportweg gereedkomen. Bij de overgang van het Verenigingsgebouw naar de nieuwe sportzaal verlieten bijna alle seniorspelers de vereniging. Eind 1966 waren er nog 5 spelers overgebleven. Van een faillissement was echter geen sprake, omdat de verhuizing naar de sporthal een enorme aantrekkingskracht betekende voor jeugdige spelers naar WIK. WIK telde plotseling ca. 40 leden en hiervoor werden 3 tafels door de gemeente geschonken. Hans de Rijk nam op 17-jarige leeftijd het voortouw maar ook Hans Groenendal bleef actief binnen de vereniging als penningmeester.

In 1982 werd Bettine Vriesekoop Europees Kampioene en dit betekende opnieuw een stormachtige drukte van jonge spelers naar WIK.

Jarenlange drukte om een tafel te bemachtigen bij WIK en om leeftijdsgenoten te vinden deed Hans Groenendal besluiten om te gaan spelen bij tafeltennisvereniging Wechtlust uit Breukelen. Op 60-jarige leeftijd stopte Hans Groenendal met tafeltennissen doordat hij teveel last kreeg van een versleten heup.